Een Schatkist van Overdracht door Geschriften

De uitgave

  • Uitgever: Stichting Zijnsoriëntatie, i.s.m. MilindaPlus
  • Omvang: 632 pagina’s
  • Vertaling: Daan Goedhart
  • Luxe gebonden met stofomslag en twee leeslinten
  • Verschijnt: 27 september 2021
  • ISBN: 978 90 79384 99 0
  • Prijs: €55,00

Verkrijgbaar in de (online) boekhandel

Een prachtige Nederlandse vertaling

De eerste Nederlandse vertaling van het boek A Treasure Trove of Scriptural Transmission is uit. De Tibetaanse boeddhistische leraar Longchen Rabjam (meestal afgekort tot Longchenpa) schreef het in de 14e eeuw. Het werd in de vorige eeuw naar het Engels vertaald door Richard Barron en het Padma Translation Committee.

Longchenpa wordt gezien als een van de belangrijkste auteurs van geschriften uit de Dzogchen-traditie. Dzogchen (‘Grote Volmaaktheid’) is een nonduale leer en beoefening die gericht is op het ontdekken van je diepste, natuurlijke, oorspronkelijke staat van zijn. Sinds de zestiger jaren zijn er vele spirituele tradities en leraren in het Westen die op Dzogchen zijn gebaseerd of daardoor zijn geïnspireerd.

Absolute top op het gebied van Dzogchen

Dit boek bevat zowel een systematische uiteenzetting van de visie van Dzogchen, als een evocatieve bezinging van de verlichte openheid en vrijheid van de aard van onze geest. Het boek behoort volgens Hans Knibbe, grondlegger en leraar van de School voor Zijnsoriëntatie, tot de absolute top op het gebied van Dzogchen.

Begeleidend boek: Parels uit de Schatkist

Hans Knibbe maakt in retraites veel gebruik van de teksten uit Een Schatkist van Overdracht door Geschriften. In een drieweekse retraite die hij in 2020 gaf, selecteerde hij uit ieder hoofdstuk enkele fragmenten die hij ter inspiratie van de dag gebruikte. Met deze ervaring als basis heeft hij een companion volume geschreven, dat de lezer helpt om de visie en terminologie in de ‘schatkist van schriftelijke overdracht’ te begrijpen. Hij slaagt er daarbij in om Longchenpa’s teksten voor de hedendaagse lezer tot leven te wekken. Dit boek, Parels uit de schatkist van Longchenpa, wordt uitgegeven door Asoka en verschijnt in het najaar van 2021.

De Vertaling

Een Schatkist van Overdracht door Geschriften is de vertaling van A Treasure Trove of Scriptural Transmission, wat de vertaling is van het Tibetaanse werk chos dbyings rin po che’i mdzod kyi ‘grel pa lung gi gter mdzod door Longchen Rabjam. Richard Barron heeft met het Padma Translation Committee drie versies van de Tibetaanse tekst (uit de 14e eeuw) gebruikt voor een Engelse vertaling en het is in Amerika uitgeven door Padma Publishing.

Oorsprong van deze vertaling

Hans Knibbe, grondlegger van de School voor Zijnsoriëntatie, leidt een non-duale studiegroep, waar hij met studenten de Treasure Trove of Scriptural Transmission bestudeert. Op elke bladzijde staan passages die de lezer introduceren in de visie van Dzogchen. Door in te zoomen op die passages, de rijkdom van betekenis en reikwijdte te doorgronden, introduceerde Hans de de groep in de finesses van Dzogchen. Daan Goedhart nam vanaf 2014 deel aan deze non-duale studiegroep. Hij had het boek van Longchenpa van een vriend gekregen die er in het Engels niet doorheen kwam. Toen Daan het ging lezen merkte hij dat hij zelf vaak over de diepe betekenis heen las. Om beter toegang te krijgen tot de betekenis van de tekst maakte hij een eerste vertaling van Hoofdstuk 1. Hans Knibbe vond dit mooi en vroeg Daan of hij misschien het hele boek wilde vertalen. In 2017 was de eerste versie af.

Uitgangspunten en keuzes

Uitgangspunt bij de vertaling van de Treasure Trove was om deze mooie en systematische, maar vaak ook moeilijk te bevatten tekst in helder Nederlands te verwoorden zonder concessies te doen aan de schoonheid en systematiek ervan. Barrons vertaling in mooi, degelijk Engels is hier een heel goede basis voor. Het doel was om hier niets aan af te doen in de Nederlandse vertaling en daarbij zo min mogelijk leenwoorden te gebruiken. Dit betekent dat echt Nederlandse equivalenten voor de Engelse termen gevonden moesten worden. De keuze voor een systematische vertaling hield in dat per Engelse term zo mogelijk één Nederlands equivalent consequent toegepast werd.

Het vertaalproces

In de non-duale studiegroep vertaalde Daan elk hoofdstuk in zijn geheel. De andere deelnemers vertaalden ieder een paar bladzijden en brachten geïnspireerde suggesties voor vertaalwoorden in. Daan merkte hierbij dat het nodig was een systematische woordenlijst voor de te vertalen termen te gebruiken, om het verband binnen het boek te behouden. Vanaf medio 2015 heeft Hans Knibbe het boek mee geredigeerd en bij de ‘eindredactie’ vroeg Daan medestudenten Dorothea van der Sar en Marianne de Soet uit de non-duale studiegroep om mee te redigeren.  Tenslotte zijn bij het voorbereiden van de uitgave op verschillende momenten intensieve correctierondes uitgevoerd door Daan, samen met Marjolein Peters van Stichting Zijnsoriëntatie. Het boek is opgemaakt door Gerolf T’Hooft van uitgeverij Asoka, zoveel mogelijk in aansluiting op de Engelstalige uitgave.

Het mooist vertaalde vers volgens Daan Goedhart

“Tijdens het vertalen begon ik me af te vragen of het mogelijk zou zijn de dichtregels van de verzen écht in een versvorm te vertalen. Bij één vers van Longchenpa in hoofdstuk 8 is me dit een beetje gelukt.”

De gewone geest wordt verleid door zintuiglijke objecten in al hun willekeurigheid.

Je zinloze kokerblik rijgt zich van tel tot tel aaneen tot een doorgaand samenstel,

waar je dagen, maanden, jaren, ja levens voorbij ziet gaan.

Wezens raken misleid door wat niet duaal is, als duaal mis te verstaan.

Vertaaluitdagingen

De Nederlandse vertaling is trouw aan de vertaling naar het Engels van Richard Barron. Toch is een beperkt aantal termen uiteindelijk anders vertaald.

Een voorbeeld is de uitdrukking ‘dynamic energy’, een term (Tibetaans: rtsal) die moet beschrijven hoe gewaarzijn zich uitdrukt in de fenomenen van de schijnbare werkelijkheid. Barron gebruikt voor het projecteren van een niet-fysieke werkelijkheid dus een fysieke term (energie). Het vertaalteam is een paar jaar bezig geweest met alternatieven, ook nog in overleg met Richard Barron, tot Daan Goedhart in 2020 in de inleiding van Tulku Thondrup Rinpoche hiervoor de term ‘manifestative power’ vond, die hij vertaalde als manifestatievermogen.

Een andere uitdaging was ‘magical display’ (cho ‘phrul). In het Engels duidt ‘magic’ zowel magie als goochelen aan. Hans Knibbe wilde de heiligheid van dit verschijningsproces van gewaarzijn benadrukken en vond ‘goochelvertoning’ te oneerbiedig; tegelijk is het niet de bedoeling dat de lezer kritiekloos in ‘magie’ gelooft, maar juist in de ‘magical display’ de ‘show’ van gewaarzijn blijft zien. Dit leidde uiteindelijk tot de uitdrukking ‘voorgetoverd vormenspel’.

Belangrijke afwijkingen van het Engels zijn in overleg met Richard Barron aangepast. Dit wordt verantwoord via noten in de tekst. Een volledig overzicht is te vinden in de woordenlijst aan het eind van het boek, waarin zowel de Engelse, de Tibetaanse, als de Nederlandse vertaling te vinden is.

Het Boek

Bezinging van verlichte openheid

Dit boek bevat dertien hoofdstukken waarin zowel een systematische uiteenzetting van de visie van Dzogchen staat beschreven, als een evocatieve bezinging van de verlichte openheid en vrijheid van de aard van onze geest.

Ontstaansgeschiedenis

Dit boek is een uit een serie van zeven schatten (treasuries) waarmee Longchenpa beroemd is geworden. Het bestaat in feite uit twee delen, waarvan het tweede deel nu in het Nederlands is vertaald. ‘Een Schatkist van Overdracht door Geschriften’ is een commentaar en toelichting dat Longchenpa heeft geschreven op zijn ‘root text’ The treasury of the Basic Space of Phenomena, een zeer gecomprimeerde uiteenzetting van Dzogchen. Het was in veertiende eeuw gebruikelijk om teksten te memoriseren, en zo’n korte, kernachtige ‘root text’ was daarvoor bedoeld. Uitleg en commentaar maken dat het boek ruim drie keer zo lang is als de ‘root text’. Longchenpa heeft bovendien vele citaten uit tantra’s, mystieke boeddhistische teksten, opgenomen. Daardoor bevat de Schatkist niet alleen zijn visie, maar ook een bloemlezing van Dzogchen-teksten uit de Nyingma-traditie die rond het midden van de 14e eeuw beschikbaar waren. Het boek heeft tevens bijlagen met een gedetailleerde verantwoording van zowel de Engelse als de Nederlandse vertaling en de gebruikte Tibetaanse bronnen.

Opbouw van het boek

Een Schatkist begint met de voorwoorden uit de Engelstalige versie. Die van Tulku Thondrup Rinpoche geeft een interessante theoretische uitleg over het Dzogchen-zicht in dit boek. Daarna volgt per hoofdstuk een vetgedrukte kerntekst in strofen van Longchenpa. Hij legt in compacte alinea’s de teksten uit, die hij dan illustreert met citaten van tantra’s (die weer in strofen zijn geschreven). Daarmee heeft het boek vanwege zijn ontstaansgeschiedenis een vrij complexe structuur.

Het onderwerp

Het centrale thema is gewaarzijn. Dat wordt benoemd als de fundamentele ruimte van fenomenen. Als geheel beschrijft de tekst het pad van verlichting, vanuit het startpunt dat alles om te beginnen al volkomen vrij is. Dit wordt op werkelijk elke bladzij, in de kerntekst, in de alinea’s en in de tantra’s verklaard. Je hoeft het boek dus niet uitgelezen te hebben om het te zien. Longchenpa zegt hier zelf over: ‘Deze tekst zal dienen als je ogen…’ Deze tekst laat de lezer dus door de ogen van Longchenpa kijken en zien wat hij ziet. De lezer kan de woorden ‘begrijpend’ lezen, maar kan ook ingaan op de uitnodiging om het ‘inziend’ en ‘realiserend’ te lezen. Daarnaast is dit boek een systematische, filosofische uiteenzetting van Dzogchen die te begrijpen is door de structuur van het boek te volgen.

Praktische tips bij het lezen – wat kom je tegen?

Je vindt sporen van het Tibetaanse werk in het Nederlandse en Amerikaanse boek in folionummers tussen vierkante haken, bv. [123a]; dit zijn de pagina’s in de Tibetaanse tekst. Over de verschillende Tibetaanse versies lees je in het voorwoord van het Padma Translation Committee. De noten van de Engelse vertaling, in Arabische nummers (12) die door de hele tekst staan en achter in het boek verklaard worden, gaan over de vertaalkeuzen van Barron. In het Nederlanse boek vind je paginaverwijzingen (123>) naar de Amerikaanse Treasure Trove (3e druk 2011 en later). Bij de Nederlandse vertaling zijn noten gemaakt (met Romeinse nummers) met uitleg van boeddhistische en Dzogchen-begrippen, van lastige passages en van de keuzen bij het vertalen van Dzogchen-termen in het Nederlands.

Longchenpa

Tibet in de 14e eeuw

Van de 11e tot de 14e eeuw was een overgangsperiode waarin het Indiase boeddhisme zijn eigen vorm vond in het Tibetaans boeddhisme. Na hervormingen die waren geïnitieerd door de 11e-eeuwse Indiase meester Atisha, ontstonden er vier grote sekten in het Tibetaans boeddhisme: Nyingma, Kagyü, Sakya, en Gelug. De 14e eeuw kende meerdere belangrijke auteurs en het was een tijd waarin de leringen van verschillende scholen of sektes werden gesystematiseerd. Hoewel tantra’s voor het eerst wortel schoten in Tibet in de 7e en 8e eeuw, komen vanaf de 11e eeuw het vajrayana Boeddhisme en daarmee de Dzogchen of Ati-yoga tot bloei in dit land.

Aristocratische familie

Longchenpa werd op 2 maart 1308 geboren in een aristocratische familie met sterke spirituele banden aan beide kanten van zijn familie, waaronder een vaderlijke voorouder die teruggaat tot de keizerlijke periode en Padmasambhava’s oorspronkelijke kring van discipelen. Volgens de legende kon Longchenpa op vijfjarige leeftijd lezen en schrijven, en op zevenjarige leeftijd begon zijn vader hem Nyingma-tantra’s te onderwijzen.

Scholing en training

Longchenpa’s vroege opleiding bestond uit het bestuderen van verschillende riten, ceremonies en ‘wetenschappen’ zoals geneeskunde en astrologie bij zijn vader. Als tiener leerde hij lange teksten uit zijn hoofd en breidde zijn interesse zich uit naar de studie van tantrische teksten uit zowel de oude (Nyingma) als moderne (Sarma) tradities. Op 12-jarige leeftijd reisde Longchenpa naar Samye, het eerste klooster van Tibet. Hij studeerde uitgebreid bij de Derde Karmapa, Rangjung Dorje. Hij ontving niet alleen de Nyingma-transmissies zoals die in zijn familie werden doorgegeven, maar studeerde ook met veel van de grote leraren van zijn tijd, ongeacht hun traditie. Op 19-jarige leeftijd ging Longchenpa naar de beroemde kloosterschool Sangpu Neutok, waar hij grote wetenschappelijke wijsheid verwierf. Sangphu was in die tijd een vooraanstaande instelling voor de studie van logica en epistemologie in Tibet. In alle opzichten blonk hij uit in zijn studie, en het was dit zevenjarige verblijf in Sangphu dat hem de uitstekende beheersing van het traditionele boeddhistische denken gaf die zijn werken kenmerkt.

Leraar en auteur

Longchenpa’s belangrijkste leraar was Rigdzin Kumaradza (1266-1343), die hem uiteindelijk als zijn opvolger aanwees. Van Kumaradza ontving hij de Dzogchen-leringen. Longchenpa werd ook sterk beïnvloed door de rondtrekkende manier van leven van zijn volgelingen, die zwierven van plaats naar plaats, levend en slapend in kleding gemaakt van ruwe juten zakken. Longchenpa verwierf grote roem als leraar, maar hij heeft nooit een grote religieuze instelling opgericht of zich met een daarvan verbonden. Hij verbleef liever in de relatief afgelegen kluizenaarsomgeving van zijn thuisklooster genaamd White Skull Mountain. Hier schreef hij veel van zijn grootste werken.

Longchenpa was kritisch over sociale, politieke en religieuze trends en gebeurtenissen in Tibet. Dit leidde er omstreeks 1353 toe dat hij in ballingschap ging in Bhutan. Daar verbleef hij in het beroemde Tharpa Ling-klooster in het huidige Bumthang. Hij gaf les, schreef, en stichtte of renoveerde kloosters en hield retraites. Hij verwekte ten minste één zoon bij een non tijdens zijn verblijf in Bhutan, die hem na zijn dood zou opvolgen. Rond 1360 keerde hij terug naar Tibet waar hij een paar jaar later overleed.

Bekend om

Longchenpa systematiseerde de Dzogchen uit de Nyingma school. Hij richtte zich daarbij vooral op de interpretatie van de Hart Essentie (Seminal Heart, of Nyingthig). Dit zijn 11-12e-eeuwse onthullingen die tot een herinterpretatie van de Dzogchen in Tibet hebben geleid. Longchenpa had een ongekend brede en encyclopedisch kennis van boeddhistische literatuur die hij in zijn geschriften verwerkte. Longchenpa schreef bovendien eigen werk, terwijl in die tijd vooral veel teksten werden ‘geopenbaard’.

Schildering door Mike Floris en Rebecca Van Bogaert volgens de Longchen Nyingtik Tikle Gyachen beoefening

Boeken van Longchenpa in een Nederlandse vertaling

  • Longchen Rabjam, Een Schatkist van Overdracht door Geschriften. Een Commentaar op De Kostbare Schat van de Fundamentele Ruimte van Fenomenen, Stichting Zijnsoriëntatie, 2021
  • Longchenpa, Het juwelenschip een gids tot het besef van pure en totale aanwezigheid, het universeel scheppend principe, Uitgeverij Juwelenschip, 2014
  • Longchenpa, De vrijheid van het bewustzijn, Karnak, 2014
  • Longchenpa, Helder gewaarzijn. Vier vormen van vertoeven in puur en totaal aanwezig-zijn, Karnak, 2018

Dzogchen

Wat is Dzogchen?

Dzogchen (‘Grote Perfectie’, of ‘Grote Volmaaktheid’) is een nonduale leer en beoefening die gericht is op het ontdekken van je diepste, natuurlijke, oorspronkelijke staat van zijn.

In de Nyingma-school, een van de vier belangrijke scholen in het Tibetaans boeddhisme, wordt het als het hoogste pad naar verlichting gezien. Ook in de andere scholen wordt Dzogchen, zij het in mindere mate, gepraktiseerd. De Tibetaanse Bön traditie kent ook een eigen lijn van Dzogchen leraren.

Op rigpawiki (Sogyal Rinpoche) wordt het beschreven als de hart-essentie van alle spirituele paden, en als een manier om de diepste aard van de geest te realiseren – dat wat we werkelijk zijn. Dzogchen wordt gezien als de duidelijkste, meest effectieve en meest relevante manier om dit te realiseren voor de moderne wereld.

De Tergar gemeenschap (Mingyur Rinpoche) beschrijft de Dzogchen-leringen op haar website als een pad van meditatie ‘dat het pure, non-dualistische gewaarzijn onthult (rigpa) dat de ware aard van de geest is’. Zodra we rigpa herkennen, verandert de ervaring van rigpa onze ervaring van gedachten, emoties en perceptie radicaal. Dit brengt een fundamentele verandering aan in de manier waarop we onszelf zien en ons tot de wereld verhouden.

Waar komt de Dzogchen vandaan?

Voor sommige boeddhistische tradities begint de overdracht van Dzogchen met het ontvangen van de overdracht door Garab Dorje tijdens zijn leven, 300 jaar na de dood van Boeddha. Hij was een spiritueel meester, geboren in Oddiyana. Over zijn geboortedatum wordt uiteenlopend gedacht; in elk geval leefde hij in een tijd waarin het Mahayana Boeddhisme al wijd was verbreid. Hij geeft alle transmissies door aan Manjusrimitra. Vanaf hier zijn er twee lineages die allebei uitkomen bij Sri Singha (of Simha), die de leraar zal worden van Vairocana, de bekende Tibetaanse vertaler.

Drie onderwijsmethoden: geest, ruimte en kerninstructies

Manjushrimitra verdeelde de Dzogchen teksten in drie categorieën of series. Het zijn in feite drie onderwijsmethoden met bijbehorende oefeningen. Alle drie zijn ze echter gericht op het leren herkennen of beter gezegd, de realisatie van de ware aard van de werkelijkheid. De drie series zijn:

  • de serie van geest (Semde): leringen die meer nadruk leggen op de ware of natuurlijke aard van de geest. Hierin maakt de beoefenaar kennis met en ervaart deze aard;
  • de serie van ruimte (Longde): leringen die de nadruk leggen op ‘vrijheid van inspanning’, de moeiteloosheid die zowel kenmerkend als essentieel is voor de Dzogchen beoefening. Ruimte verwijst naar de oorspronkelijke dimensie van leegte van Zijn;
  • de serie van geheime of kerninstructie (Menngagde of Mengakde, ook bekend onder de Sanksriet naam Upadesha): ervaringsgerichte instructies die door een gerealiseerde meester worden gegeven om beoefenaars te helpen tot volledige realisatie te komen.

Sinds de zestiger jaren zijn er vele spirituele tradities en leraren in het Westen die op Dzogchen zijn gebaseerd of daardoor zijn geïnspireerd.

Hans Knibbe en Dzogchen

Hans Knibbe, vond in Dzogchen zijn belangrijkste inspiratie voor een Westers, modern pad van verlichte levenskunst: Zijnsoriëntatie.

Hij zegt over Dzogchen: “het is vooral voor moedige, onconventionele mensen. Je kunt de vrijheid die hier ont-dekt wordt niet aan je bestaande manier van zijn plakken. Die lost op in de oorspronkelijke openheid. Je kunt je niet opsmukken met Dzogchen, want je hebt echt helemaal niets om op terug te vallen, of je mee te verhogen. Dzogchen haalt je onderuit, gooit je in de goddelijke wasstraat waar alle vastigheid losgeweekt en opgelost wordt.”

Parels uit de Schatkist

De uitgave

  • Uitgever: Asoka
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Hardcover (genaaid gebonden)
  • Verschijnt: 20 december 2021
  • ISBN: 978 90 56704 23 0
  • Prijs: €24,95

Begeleidend boek bij de Schatkist

Binnen de School voor Zijnsoriëntatie houdt een lerarengroep zich onder leiding van Hans Knibbe al jarenlang bezig met nondualiteit. De groep is begonnen met het grondig bestuderen van de Schatkist en de visie die daarin is verwoord zich eigen te maken. Tegenwoordig leggen de leraren in die groep zich toe om delen van de tekst te leren presenteren om hun studenten daarmee te introduceren in hun verlichte aard.

Tijdens een drieweekse retraite in 2020 selecteerde Hans Knibbe uit ieder hoofdstuk van de Schatkist enkele fragmenten. Per dag bracht hij deze in en lichtte hij de passages toe ter inspiratie voor de deelnemers. Met deze ervaringen als basis heeft hij een companion volume geschreven dat de lezer helpt om de visie en terminologie in de ‘schatkist van schriftelijke overdracht’ te begrijpen. Hans Knibbe slaagt er daarbij in om Longchenpa’s teksten voor de hedendaagse lezer tot leven te wekken.

Dit boek, Parels uit de schatkist van Longchenpa, wordt uitgegeven door Asoka en is verkrijgbaar in de (online) boekhandel.

Hans Knibbe over Parels uit de schatkist

“In 2020 heb ik met gevorderde studenten een drieweekse retraite gegeven op basis van Een Schatkist van Overdracht door Geschriften. De studenten waren al vertrouwd met Dzogchen en de teksten van Longchenpa, maar het was nieuw om zo hoofdstuk voor hoofdstuk parels uit de schatkist te vissen en in het licht te zetten, Dat bleek heel inspirerend en verdiepend te zijn.

Iedere ochtend besprak ik een aantal fragmenten uit een hoofdstuk en beantwoordde ik vragen van studenten. Het thema van het hoofdstuk inspireerde de dag, de onderzoeksvragen en de meditaties. In de drie weken ben ik zo tot en met hoofdstuk 9 gevorderd. Hoofdstuk 10 heb ik behandeld in een retraite in 2021. Mijn reflectie op de hoofdstukken 11 tot en 13 heb ik achter de schrijftafel gecomponeerd volgens dezelfde procedure: enkele fragmenten uitlichten en deze vervolgens, soms woord voor woord, toelichten.”

Dichtbij Longchenpa’s visie

“Ik ben zo dicht mogelijk bij de Dzogchen-terminologie en -visie gebleven en heb vermeden dit te mengen met de inzichten en terminologie vanuit Zijnsoriëntatie. Ik wil vooral Longchenpa’s visie zo goed mogelijk voor het voetlicht brengen.

Longchenpa heeft zijn meesterwerk geschreven in de veertiende eeuw, het woordgebruik is dus niet modern. Bovendien wemelt het van de boeddhistische termen, die voor een niet-ingewijde ondoorgrondelijk zijn. Daarbij komt nog dat Dzogchen zijn eigen terminologie heeft, en dat in sommige van die specifieke termen de hele leer tot uitdrukking komt. Termen als ‘oorspronkelijke zuiverheid, ‘spontane presentie’, ‘in zichzelf laten rusten’, ‘onverstoorbaar rusten’ en ‘spontane meditatieve stabiliteit’ zijn zo diep en betekenisrijk, dat één zo’n woord je kan introduceren in de aard van je geest.

Dit diepe verstaan van de betekenis is er niet ineens, zoiets vraagt studie, contemplatie, en ervaring met ‘rusten als gewaarzijn’. Ik voel me nog steeds een beginner op het pad van Dzogchen, maar durf wel te beweren dat ik contact heb met de geest van Dzogchen en deze weet over te brengen. En zo geloof ik ook dat dit boek, met zijn uitleg van basistermen, verheldering van misverstanden en aanstekelijke uitwisselingen een grote hulp kan zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in Dzogchen.”

Gebruikte bronnen en suggesties voor verder lezen:

Boeken

  • Jampa Mackenzie Stewart, The Life of Longchenpa. The Omniscient Dharma King of the Vast Expanse, Shambhala Publications Inc, februari 2014
  • Longchenpa, Now That I Come to Die, Dharma Publishing, 2007 – inleiding door Thartang Tulku
  • Chogyal Namkhai Norbu, Dzogchen: The Self-Perfected State Paperback, Snow Lion, 2003
  • Patrul Rinpoche, Commentary by Khenchen Sherab & Khenpo Tsewang Dongyal, Snow Lion, The Nature of Mind: The Dzogchen Instructions of Aro Yeshe Jungne, 2016
  • Hans Knibbe, Zie, je bent al vrij! Schets van een non-duaal pad, Asoka, 2014
  • Reginald A. Ray, Secret of the Vajra World: The Tantric Buddhism of Tibet. (World of Tibetan Buddhism, Vol. 2), Shambala, 2002

 Websites

Teksten van Longchenpa in diverse talen

Scroll naar boven